UBO: wat is het, wat kun je doen
Al weer enige tijd is er een wet van kracht die regelt, wie de ‘Ultimate Benificial Owner’ (uiteindelijk belanghebbende) van een organisatie/rechtspersoon is, en dat deze aangewezen zou moeten kunnen worden. Deze personen moeten ook worden geregistreerd en wel voor 27 maart 2022.
In het geval van een kerkgenootschap zijn de UBO’s de natuurlijke personen die bij ontbinding van het kerkgenootschap als rechtsopvolger in het statuut van het kerkgenootschap zijn benoemd. Maak dit bij voorkeur dus in orde in de statuten van de gemeente. Regel dan ook, dat er steeds gezaghebbende documenten zijn, die duidelijk maken wie er feitelijk het bestuur vormen.
Echter, lokale kerkgenootschappen (niet zijnde een stichting) die lid zijn van een bij het CIO aangesloten koepelorganisatie, behoeven verder zelf geen actie te ondernemen v.w.b. het UBO register. Zij kunnen eenvoudig verwijzen naar de VPE. De VPE zal wel personen aanmelden bij de KvK.
Maar: kerken moeten wel UBO’s aangeven bij hun banken. Zij hebben daar eigen formulieren voor.
Het KvK UBO register is deels openbaar.
Klik hier voor een link naar onze nieuwsbrief hierover.
Hier een link naar het formulier van de ING.
NB: De namen van de betreffende personen vult u in bij punt 5.
Hier een link naar het formulier van de Rabo.
NB: De namen van de betreffende personen vult u in bij punt 4.
Hieronder een verdere uitleg.
Waar gaat het om:
Wie verder als UBO kan worden gekwalificeerd van een dergelijk kerkgenootschap staat in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringswet Wwft 2018: “Categorieën van natuurlijke personen die in elk geval moeten worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende zijn in het geval van een kerkgenootschap als bedoeld in artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek: 1°.natuurlijke personen die bij ontbinding van het kerkgenootschap als rechtsopvolger in het statuut van het kerkgenootschap zijn benoemd; of 2°.indien na uitputting van alle mogelijke middelen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan, geen van de personen, bedoeld in subonderdeel 1°, is achterhaald, of indien er enige twijfel bestaat of een persoon als bedoeld in subonderdeel 1° de uiteindelijke eigenaar is of zeggenschap heeft, dan wel de natuurlijke persoon is voor wiens rekening een transactie wordt verricht, de natuurlijke personen die als bestuurder staan vermeld in het eigen statuut, of zo mogelijk als bestuurder staan genoemd in de documenten van de kerkelijke organisatie.”
Wat betekent het voor ons, wat kunnen we doen:
Voor de meeste kerken en gemeenten geldt, dat er weliswaar statutaire bestuurders zijn, maar deze zijn niet ‘eigenaar’ van de kerk.
Dat heeft vooral te maken met de gekozen rechtsvorm en de van toepassing zijnde statuten. Doorgaans is dat een stichting of een kerkgenootschap. Als gemeente zal moeten worden nagedacht over hoe deze nieuwe wet te implementeren in de statuten van de gemeente. Indien er sprake is van een stichting, zal men een natuurlijk persoon moeten aanwijzen en deze ook aanmelden bij de Kamer van Koophandel voor 27 maart 2022.
Wij stellen als antwoord op deze vraag het volgende voor, mocht dit niet al in de statuten van uw gemeente staan:
a. Benoem in de statuten, dat de bestuurders geen eigenaren van het kerkgenootschap of de stichting zijn, doch slechts leiding geven aan de organisatie.
b. Benoem in het artikel van de statuten van de gemeente, dat gaat over ontbinding van de gemeente, als rechtsopvolger en uiteindelijk de begunstigde van een eventueel positief liquidatiesaldo een bestaande ANBI, die past bij de doelstelling van de gemeente. Logischerwijs zal het hier dus om een andere kerk of gemeente gaan. Wordt geen rechtsopvolger benoemd, maak dan een eventueel liquidatiesaldo integraal over aan een in de statuten benoemde ANBI.
Voor gemeenten die lid zijn van een koepel, hoeven geen UBO’s te benoemen, omdat de koepel deze benoemd. De statuten moeten echter wel helder zijn wat er na liquidatie/ontbinding met het restvermogen moet gebeuren.
Het ontbindingsartikel regelt, dat een eventueel positief liquidatiesaldo ten allen tijde zal worden overgemaakt naar een ANBI met een vergelijkbare doelstelling, wordt voorkomen dat er daadwerkelijk een restsaldo naar een natuurlijk persoon – hier dus de (pseudo) UBO zal kunnen vloeien. Dit alles ter gerustelling van de gemeente(leden).
De naam of namen van de UBO(‘s) die de koepel aanwijst worden dan in de Kamer van Koophandel geregistreerd voor alle bij die koepel aangesloten lokale kerkgenootschappen.
c. Toets jaarlijks of de in punt b genoemde ANBI nog bestaat. Dat kan heel goed de VPE zijn (of een mogelijke rechtsopvolger daarvan), er zijn al veel VPE gemeenten die dit hebben. Het voordeel daarvan is, dat er vooraf goede afspraken kunnen worden gemaakt wat de VPE met de eventueel vrijgekomen middelen moet doen, mits niet in strijd met de statuten van de VPE zelf. De VPE kan uiteraard geen rechtsopvolger zijn van een gemeente, kerkgenootschap of stichting, indien er sprake is (geweest) van laakbaar/strafbaar gedrag van bestuurders van die bewuste organisatie of indien na of tijdens het opheffen van een gemeente een financieel tekort ontstaat. De middelen die de VPE ter hand worden gesteld, maken onderdeel uit van de jaarlijkse accountantscontrole en worden (desgewenst wel of niet met naam en toenaam) gemeld aan de Algemene Vergadering van de VPE.
Samenvattend: een lokaal kerkgenootschap (geen stichting!) die lid is van een landelijke koepel, zoals leden van de VPE, behoeven NIET zelf UBO’s bij de Kamer van Koophandel te registreren. Er kan worden volstaan met verwijzing naar de koepel.
Door het statutair aanwijzen van een ander kerkgenootschap als rechtsopvolger, of als begunstigde van een liquidatiesaldo, zijn er geen natuurlijke personen feitelijk belanghebbend. Dat de VPE kan functioeren als de rechtsopvolger, betekent uiteraard dat de gemeente de vrijheid houdt zelf te regelen hoe een eventuele beeindiging van de gemeente moet worden afgewikkeld.
Zie ook de teksten in onze voorbeeldstatuten als het gaat om de ontbidings- en vereffeningsartikelen.
Waar vragen we nu meteen aandacht voor:
Welke gegevens hebben wij van u en kloppen die?
Bij de oprichting van een kerkgenootschap, zal de notaris de namen van hen die voor de statuten tekenen in de akte opnemen. Maar zoals u weet, veranderen die namen van de bestuurders nogal eens.
Omdat bestuurders van kerkgenootschappen nog steeds nergens worden geregistreerd, adviseren wij, om bij de jaarlijkse gemeentevergadering de bestuurders van de gemeente in de notulen van die gemeentevergadering te benoemen (alleen de namen en voorletters) en deze notulen te laten ondertekenen door de notulist, de secretaris van de gemeente en liefst twee of drie niet bestuurders of leidinggevenden uit de gemeente, onder vermelding van ook hun namen. Deze handelwijze gaat u helpen bij het openen van een nieuwe bankrekening, het aanvragen van e-herkenning en tal van andere formele zaken.
NB: de VPE heeft een rechtstreekse ingang bij de Kamer van Koophandel. Het is voor een lokale kerk lastig om zaken bij de Kamer van Koophandel aan te passen. Dat heeft te maken met het feit, dat de Kamer niet eenvoudig de bevoegdheid van de melder kan valideren. De VPE heeft echter vanwege de CIO afspraken met Belastingdienst en Kamer van Koophandel de mogelijkheid om namens haar leden op te treden en gegevens met de Kamer uit te wisselen.
Aandachtspunt statuten:
Als u nu toch met de statuten aan de slag gaat, vragen wij uw aandacht om in die statuten op te nemen welke wegen er voor conflicten binnen het bestuur of tussen het bestuur en de gemeente open staan om deze onpartijdig op te lossen. Als VPE zijn we dikwijls bij dergelijke conflicten betrokken omdat onze leden ons om advies em bemiddeling vragen. Veel gemeenten hebben dat al in hun statuten staan. Mocht dat nog niet het geval zijn, voor voorgangers en evt. oudsten, andere leiders en gemeenteleden is het een extra veiligheid gebleken, als er helder wordt gemaakt wat er moet gebeuren als er zich een lastige situate voordoet.